Nederlands transitiebeleid ontvangt veel kritiek

Het Nederlandse energiebeleid omtrent de stimulering van duurzame energieproductie ontvangt veel kritiek. Een veelgehoord argument is dat het beleid te duur is en het maar mondjesmaat bijdraagt aan de verduurzaming van Nederland. Met amper 6% duurzame energie in 2016 lopen we inderdaad achter op de klimaatdoelstellingen (CBS, 2017). Onderstaande inzichten laten u zien waarom het energiebeleid in de kern nog niet zo slecht is. Wel mist er een specifieke focus gericht op innovatieve energienet oplossingen. Uitsluitend een goede koppeling tussen energieproductie en -distributie draagt bij aan een de versnelling van de Nederlandse energietransitie. Zolang deze koppeling niet door de overheid wordt gefaciliteerd, kunnen wij, de belastingbetaler, ze verwijten dat de energietransitie te traag en duur is.

Nederland is geen koploper

Nederland loopt ten opzichte van de overige landen in de Europese Unie (EU) achter op het gebied van hernieuwbare energie. Ons land heeft het minst strenge beleid. Bovendien is onze duurzaamheidsdoelstelling voor 2020 een van de laagste van Europa (Eurostat 43/2017). Dit terwijl Nederland wel een hoge uitstoot kent van CO2 per capita (European Commission, November 2017) Het is een feit dat wij geen koploper zijn in Europa, maar we maken wel degelijk stappen richting een duurzaam Nederland. De huidige doorberekeningen van de beleidsplannen stemmen optimistisch (European Environment Agency, figure 4, November 2017). Op basis van de cijfers wordt een snelle reductie van CO2-uitstoot verwacht. In combinatie met de stimuleringsregelingen van de overheid geeft dit positieve vooruitzichten.

Overleg met een expert
Of bel direct naar: 088 495 20 00

Overheidsinstrument voor hernieuwbare energie

Een belangrijk onderdeel binnen de energietransitie betreft de opwekking van schone energie. De overheid beloont duurzame energieopwekking met diverse subsidieregelingen zoals de Energie Investeringsaftrek (EIA) en de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). Graag ga ik nader in op deze laatste regeling. De SDE+ wordt weliswaar steeds populairder en krijgt meer budget, maar ontvangt geregeld kritiek over de effectiviteit.

De SDE+ subsidieregeling is een stabiel en competitief instrument, waarbij de lage kostprijs van energie wordt beloond. Het instrument is essentieel voor organisaties die investeren in duurzame energie, aangezien het de cashflow van het project verbetert en de terugverdientijd sterk reduceert. Dit doet de regeling door het verschil tussen de hoge kostprijs van groene energie en de lage marktprijs van grijze energie te vergoeden. Een SDE+ toekenning maakt een investering in hernieuwbare energie rendabel.

Al jaren gaat er steeds meer budget naar dit populaire instrument, mede gefinancierd door verhogingen van de Opslag Duurzame Energie (ODE) op de energierekening van instellingen en particulieren. De SDE+ kent voor zowel 2017 als 2018 een budget van € 12 miljard. Dit budget was in 2015 nog € 9 miljard en in 2011 maar € 1,5 miljard. Het budget is de afgelopen jaren dus zeer snel toegenomen. Tegelijkertijd met deze budgetstijging, kwam in ongeveer dezelfde periode een sterke kostendaling van hernieuwbare energie tot stand. Twee ontwikkelingen hebben hieraan bijgedragen. Ten eerste laat data van Bloomberg New Energy Finance zien dat sinds 2009 de kosten van zonne-energie met meer dan 62% zijn gedaald (Bloomberg New Energy Finance, 2017). Dit is voornamelijk toe te schrijven aan een combinatie van massaproductie en toegenomen ervaringen met het uitrollen van deze techniek. Ten tweede vond de olie-prijsschok plaats, waarin de prijs van een vat olie daalde van € 100 in juni 2014 naar een dieptepunt van +/- € 30 in januari 2016 (Bloomberg, 2017). Deze prijsschok heeft een laatste zet gegeven aan de recente kostendalingen.

Doordat het subsidiebudget steeds groter wordt en de prijs van hernieuwbare energie daalt, wordt het prijsverschil tussen groene en grijze energie steeds kleiner. De komende jaren zullen er daardoor steeds meer projecten gerealiseerd kunnen worden tegen lagere prijzen. Dit principe ligt verankerd in de SDE+ regeling en zal door (internationale) prijsdoorbraken alleen maar verder versterkt worden. Het is daarom verwonderlijk dat dit essentiële en, in retrospect, slim uitgerolde subsidieschema kritiek ontvangt omdat het te duur is. De Nederlandse overheid heeft juist slim ingespeeld op de markttrends. De energietransitie draait echter niet alleen om het verduurzamen van onze energieopwekking; een slimme energiedistributie is net zo belangrijk.

Hand-in-hand oplossing versnelt energietransitie

De situatie in het duurzamere buitenland (Denemarken & Duitsland) laat zien dat er in hoog tempo meer investeringen nodig zijn in het energienet (Energy Post, 2017). Deze investeringen richten zich op een slimme distributie van fluctuerende duurzame energie op het net. Op dit moment is het energienet grotendeels gebaseerd op conventionele energiebronnen, maar zodra hernieuwbare energie een groter aandeel krijgt, zal het energienet hierop moeten worden aangepast. De leveringszekerheid mag immers niet in het geding komen. Zo wordt zonne-energie overdag opgewekt, maar moet het ook na zonsondergang toegankelijk zijn. Een slim ingericht energienet slaat deze fluctuerende energietoevoer op en zorgt voor een stabiele afname. Op dit moment liggen dergelijke investeringen in slimme opslagtechnieken voor energienetwerken nog op een laag pitje. Nederlandse subsidieprogramma’s waaronder de TKI Urban Energy ondersteunen weliswaar dergelijke innovaties, maar zijn tot op heden ontoereikend om de (toekomstige) problematiek aan te pakken. Het is dan ook zaak dat de overheid deze problematiek gaat erkennen, zodat er meer budget beschikbaar komt om deze innovaties te stimuleren, uit te rollen en gangbaar te maken.

Kritiek op transitiebeleid terecht?

Nederland is mijns inziens goed op weg en het SDE+ instrument van de overheid draagt wel degelijk bij aan de verduurzaming van Nederland. De vele verwijten die de overheid ontvangt op haar beleid en de resultaten, zijn dan ook niet geheel terecht. De aanpak om tot een meer energieneutrale maatschappij te gaan, is echter nog ver weg als de huidige beleidslijn wordt aangehouden. Naast het feit dat Nederland nog minimaal tienvoudig zoveel opwekcapaciteit dient te installeren om over te kunnen gaan op een duurzame energievoorziening, zal er vanaf nu fors geïnvesteerd moeten worden in slimme distributie van deze duurzame energie. Een hand-in-handaanpak bepaalt het succes. Zolang de koppeling tussen productie en distributie niet door de overheid wordt gefaciliteerd, kunnen wij, de belastingbetaler, ze verwijten dat de energietransitie te traag en duur is.

Gilles Dillen MSc – Consultant

Neem contact op!
Of bel direct naar: 088 495 20 00

contact

Neem contact op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek!

Spar met een specialist!

& ontdek de mogelijkheden

?

Laat uw gegevens achter

of bel direct naar: 088 495 20 00