Ministerraad stemt in met nieuw industriebeleid: vanaf 2026 focus op zes markten in plaats van tien topsectoren

Vanaf 1 januari 2026 is het ‘topsectorenbeleid’ afgerond en gaat het kabinet van start met het ‘industriebeleid’. In plaats van tien ‘topsectoren’ en overal nergens écht winnen, gaat de focus van het kabinet naar zes markten waarin ons land wereldwijd wél kan winnen en waarin we al een sterke uitgangspositie hebben. Dat zijn de markten halfgeleiders, biotechnologie, defensiegerelateerde toepassingen (zoals 6G, radar, lasersatelietcommunicatie, quantum), digitale diensten (met name AI), machinebouw en innovatieve chemie. Want, is te lezen in het nieuwsbericht over de instemming van de ministerraad op het voorstel van minister Karremans, ‘in een wereld waar snelheid, schaal en focus bepalen wie wint, is kiezen de enige oplossing om onze banen, welvaart en onafhankelijkheid te versterken’.

Een stukje historie: van topsectoren naar missies en uitdagingen, naar industriebeleid

Het is 2011 wanneer er gestart wordt met het ‘topsectorenbeleid’, dit wordt geïntroduceerd door kabinet-Rutte I. Aanleiding was de wens om het innovatiebeleid meer te richten op sterke Nederlandse sectoren met internationale concurrentiekracht.

Met dit overheidsbeleid wordt samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden (ook wel de ‘triple helix’ genoemd) versterkt om de meest innovatieve delen van de Nederlandse economie te ondersteunen: de tien ‘topsectoren’:

  • Agri&Food
  • Chemie
  • Creatieve Industrie
  • Energie
  • High Tech Systemen en Materialen (HTSM)
  • ICT
  • Life Sciences & Health (LSH)
  • Logistiek
  • Tuinbouw & Uitgangsmaterialen
  • Water & Maritiem

In de periode 2011 – 2025 worden voor elk van de topsectoren Topteams opgestart. Een topteam bevat altijd een boegbeeld uit de sector, een wetenschapper, een topambtenaar en een innovatieve mkb’er uit de sector. Samen vertegenwoordigen ze de samenwerking van de triple helix en formuleren ze de ‘Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA)’ waarin de uitdagingen en prioriteiten staan.

Belangrijke programma’s ter ondersteuning van projecten in deze periode zijn de Publiek-Private samenwerkingen (PPS) en de Topconsortia voor Kennis en Innovatie. Maar ook de MIT subsidie en WBSO subsidie zijn belangrijke gereedschappen om innovatie te stimuleren binnen de KIA’s.

Van economische waarde naar maatschappelijke uitdagingen

In de jaren die volgen, van 2016 tot 2019, komt er steeds meer kritiek op het beleid. Te weinig focus op grote maatschappelijke uitdagingen, het is te complex en te bureaucratisch, of het is niet toegankelijk genoeg voor mkb’ers. Vanaf 2019 verschuift daarom de focus van sectoren naar missiegedreven innovatiebeleid en spreekt men officieel van het ‘Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid’. De nadruk komt vanaf dan te liggen op vier maatschappelijke thema’s:

  1. Energietransitie en duurzaamheid
  2. Landbouw, water en voedsel
  3. Gezondheid en zorg
  4. Veiligheid

De topsectoren werken nog steeds nauw samen, maar deze maatschappelijke thema’s vormen nu het uitgangspunt. De topsectorenstructuur blijft bestaan, maar in plaats van economische kracht wordt er gedacht vanuit maatschappelijke doelen.

In de loop der jaren zijn de maatschappelijke thema’s aangepast en zijn er aparte agenda’s gelanceerd voor ‘sleuteltechnologieën’, ‘digitalisering’ en voor ‘maatschappelijk verdienvermogen’. Deze agenda’s zijn later toegevoegd met hun eigen doelstellingen en lopen dwars door de maatschappelijke thema’s heen.

Het nieuwe industriebeleid

Vanaf 2026 stoppen dus alle topsectoren. De focus gaat daarmee naar de markten halfgeleiders, biotechnologie, defensiegerelateerde toepassingen, digitale diensten, machinebouw en innovatieve chemie. Volgens Minister Karremans kunnen we het ons niet veroorloven, door de grote uitdagingen, krappe arbeidsmarkt, het volle stroomnet en geopolitieke spanningen, om geen keuzes te maken. Er gaat volop geïnvesteerd worden in deze zes markten zodat we wereldwijd een sterke economische positie kunnen creëren, onze veiligheid kunnen waarborgen en toekomstige welvaart kunnen waarborgen.

De zes markten zijn geselecteerd op basis van (1) economische potentie, (2) strategische economische positionering en (3) bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke opgaven:

  • Halfgeleiders: groeit met 8,7% per jaar en zijn onmisbaar voor AI, de energietransitie en digitale veiligheid. Heeft veel niches waar Nederland een koploperspositie in heeft of kan verkrijgen, zoals quantum en fotonica.
  • Biotechnologie: kent sterke niches zoals cel- en gentherapie (15,4% groei per jaar) en alternatieve eiwitten (14,1% groei), en levert nieuwe medicijnen, circulaire materialen en draagt bij aan voedselzekerheid.
  • Defensiegerelateerde toepassingen: in het bijzonder 6G, radar, lasersatelietcommunicatie en quantum, en de bijdrage van deze groeimarkten aan het oplossen van maatschappelijke opgaven.
  • Digitale diensten (met name AI): groeit met gemiddeld 16,8% per jaar en versterkt onze digitale autonomie, met toepassingen in zorg, energie en veiligheid.
  • Machinebouw: zoals machines voor de agri-foodsector (17,1% groei per jaar), MedTech (5,2% groei per jaar) en chipmachines, en draagt bij aan zorgoplossingen, automatisering en verduurzaming.
  • Innovatieve chemie: groeit enorm snel, zoals biobrandstoffen (21,9% per jaar) en circulaire, biobased en geavanceerde materialen (27% per jaar), en draagt bij aan verduurzaming en het verminderen van fossiele afhankelijkheid.

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2025/10/17/wie-niet-kiest-verliest-nieuw-industriebeleid-met-focus

En de rest dan?

Naast focus op deze markten wil het kabinet ook dat andere bedrijven betere toegang krijgen tot financiering, minder regeldruk ervaren, minder last hebben van netcongestie en toegang hebben tot technisch en digitaal talent. Er blijft oog voor de volle breedte van onze economie door het algehele ondernemingsklimaat te verbeteren. Ook blijft het kabinet missiegedreven innovatiebeleid inzetten om met bedrijven samen te werken aan de maatschappelijke uitdagingen van dit moment.

De toekomst

De komende maanden worden de programma’s per markt uitgewerkt. Hierin staan de middelen die vrijgemaakt gaan worden, en hoe deze ingezet en verdeeld worden. Uiteindelijk moet dit resulteren in een industrie die minstens 15% van het bbp vertegenwoordigt en waarbij gezamenlijke R&D-investeringen minimaal 3% van het bbp omvatten. Ter vergelijking: dat is nu 2,3% van het bbp.

Op de hoogte blijven van het nieuwe industriebeleid?

Bent u benieuwd wat de gevolgen voor uw organisatie zijn? Of wilt u graag op de hoogte blijven van het nieuwe industriebeleid? Plan een vrijblijvende kennismaking of schrijf u in voor onze nieuwsbrief.

Contact

Meer weten? Neem contact op voor een vrijblijvende kennismaking: